Welke soorten plant je in een gemengde haag of heg?

Een haag bestaat dikwijls maar uit één plantensoort. Jammer, want met een gemengde haag of heg creëer je meer biodiversiteit en meer afwisseling in kleuren en vormen. Ook de soortenkeuze is belangrijk. Kies voor inheemse plantensoorten: deze zijn minder gevoelig voor ziekten en plagen.

Combinaties

Bij het combineren van soorten in een haag of heg moet je rekening houden met de groeikracht. Als de planten namelijk gelijkmatig opgaan, kun je de haag gemakkelijker scheren. Meidoorn en beuk zijn daarom niet zo’n goede combinatie, maar meidoorn en gele kornoelje bijvoorbeeld wel.

Goede combinaties:

• haagbeuk, rode kornoelje, veldesdoorn en wilde liguster;
• eenstijlige meidoorn, gele kornoelje, sleedoorn en sporkehout;
• eglantier, hondsroos, veldesdoorn en wilde liguster.

Uiteraard bestaan er veel meer combinaties. Zo voegden de boeren vaak sierstruiken, zoals de sering, aan de hagen op hun erf toe om een belangrijke plek aan te duiden.

Haag of heg?

Het verschil tussen een haag of een heg heeft vooral te maken met de manier van onderhoud. Hagen worden jaarlijks één of twee keer geschoren tot strakke groenschermen, terwijl heggen niet of nauwelijks worden gesnoeid en dus breder en hoger kunnen uitgroeien. Daardoor zijn heggen rijk aan bloesems, zaden en vruchten en bieden ze in vergelijking met hagen meer nestgelegenheid en voedsel voor vogels en insecten.

Eetbare hagen

Ook fruitbomen en kleinfruit, zoals de aalbes en kruisbes, kun je in gemengde hagen verwerken. De gele kornoelje is een andere interessante optie voor een eetbare haag.

Inheemse hagen

Om je haag een hoge natuurwaarde te geven, bestaat ze het best voor minstens de helft uit inheemse soorten. De hierboven opgesomde haagsoorten zijn allemaal inheems. Ze zijn beter aangepast aan ons klimaat, waardoor ze minder gevoelig zijn voor ziekten en plagen.

Bron: Mijntuinlab.be